Veelgestelde vragen deel 1

Tijdens trainingen, gesprekken en per mail krijg ik veel vragen van mensen over de omgang met hun (Australian) Labradoodle. Veel vragen hebben een soortgelijke strekking en vaak kan ik deze op gelijksoortige wijze beantwoorden. Sommige vragen behandel ik in artikelen op deze website, maar andere nog niet. Vandaar dat ik een reeks artikelen heb samengesteld met veelgestelde vragen en antwoorden. Dit is deel 1. 

>> Hier vind je deel 2.

1. Heb je voor mij informatie en tips over de voeding voor mijn hond? Het is een hele slechte eter. 

Zolang je hond niet al te mager is en nog steeds voldoende energie heeft zal er over het algemeen niet veel aan de hand zijn, want waarschijnlijk krijgt je hond nog voldoende voedingsstoffen binnen.

Wil je echter toch iets veranderen aan het eetgedrag dan is het verstandig om te voorkomen dat je jouw hond onbewust beloond voor het niet eten. Als bazen hebben we vaak de neiging om onze hond over te gaan halen om toch vooral te gaan eten door, bijvoorbeeld door de hond te aaien of om bij de etensbak te gaan zitten, of door de hond aan te sporen zoals ‘kom maar lekker eten’. Voor sommige honden is dit het signaal dat ze extra aandacht krijgen als ze niet eten, het niet eten wordt beloont met aandacht.

Het is ook niet verstandig om je hond eerst een bak met brokken te geven en dan af te wachten of hij gaat eten, en om dan vervolgens iets lekkers door het voer te gooien om hem over te halen om toch te gaan eten. Hier geldt in feite hetzelfde als hierboven, de hond wordt beloond door lang genoeg te wachten met eten, want dan krijgt hij iets dat lekkerder is.

Het is echter wel een goed idee om bijvoorbeeld andere brokken uit te proberen, en uit te zoeken of jouw hond andere brokken wel wil eten. Geconcentreerd voer heeft de voorkeur, omdat dit voer een hoge voedingswaarde heeft en de de hond dus maar weinig brokjes nodig heeft. Geconcentreerd voer is vaak wel duurder, maar je hond heeft minder nodig waardoor het prijsverschil vaak wegvalt.

Als je hond geen van de uitgeprobeerde brokken uit zichzelf gaat eten, is het onverstandig om nog de hele dag een brokken voor je hond klaar te zetten. Geef je hond bijvoorbeeld 2 keer per dag een bak eten, bijvoorbeeld op een vast tijdstip ‘s ochtends en aan het eind van de middag. Als je hond dan niet binnen 5-10 minuten is begonnen met eten, haal je je de bak weg en besteed geen aandacht aan de hond! Op deze wijze wordt het eten specialer, en niet iets waar hij de hele dag over kan beschikken.

Verder is het belangrijk om lekker, en vooral afwisselend, voer aan te bieden. Dit betekent niet dat je allerlei soorten brokjes in huis gaat halen, maar dat je er bijvoorbeeld voor zorgt dat de brokken iedere keer anders ruiken en/of smaken. Honden zijn soms net als mensen en houden van afwisselend eten, en willen dus niet iedere dag hetzelfde eten. Roer bijvoorbeeld iedere keer voor de afwisseling iets door de brokken, qua smaak/geur. Denk hierbij aan:

• (smeer) worst,
• klein beetje geraspte jonge kaas (geraspt, omdat hij anders te gemakkelijk alleen de kaas eruit vist en jonge kaas vanwege het zoutgehalte in jonge kaas),
• beetje gekookte kip met een flinke bouillon erbij,
• blikvoer voor de hond,
• blikvoer voor de kat,
• vleesvoer voor de hond uit het diepvriesvak van de supermarkt (pens, lever e.d.).

Als je jouw hond op deze wijze kunt verleiden om toch te gaan eten, zul je zijn gewoontegedrag om zijn eetbak links te laten liggen doorbreken. Over het algemeen zal je hond hierna vanuit zichzelf gaan eten wanneer je zijn eten klaarzet.

Complimenteer je hond wanneer hij uit zichzelf met eten begint, en geef na een aantal happen iets extra lekkers in de bak, bijvoorbeeld een plakje worst of kaas.

Als je hond met eten stopt, en de bak is nog niet leeg, haal de bak dan na ongeveer 1-2 minuten weg.

2. Onze Labradoodle is nog een jonge pup, en eet nu 2 keer per dag 125 gr brokjes. Vanaf welke leeftijd kunnen we overgaan naar 1 keer per dag voeren?

Pups en jonge honden hebben meer voeding nodig dan oudere passieve honden. Zo moeten de ribben van een hond tot 1,5 jaar zeker voelbaar zijn. Geef de hond tot een leeftijd van 5 maanden gemiddeld 3x per dag eten. Als de pup ouder is dan 5 maanden, volstaat 2x per dag. Je pup moet vrolijk en levendig zijn en lekker eten. Er is tegenwoordig genoeg keuze. Ik adviseer zeker te starten met puppybrokken. Deze brokken bevatten veel groeibevorderende voedingsstoffen zoals eiwit en calcium. Kijk goed in de dierenwinkel of op het internet qua voeding naar de grootte van het ras. Ook daar is veel keuze in.

Hier kun je ook berekenen wat je hond nodig heeft: http://www.barfplaats.nl/rekenhulp/

Volgens de rekenhulp mag je hond ook 400 gram per dag. Ik zou hiermee experimenteren.

3. Heb je advies voor goede voeding en gewicht van een pup? Een opbouwschema bijvoorbeeld?

Goed puppyvoer zorgt voor een gezonde groei en gezonde botten. Verder zorgt gezonde voeding voor goede stevige ontlasting en een mooie glanzende vacht. Als een pup goede voeding krijgt is hij levendiger en attenter.

Eigenschappen van goede hondenvoer zijn:

• Hoge kwaliteit ingrediënten met een hoge verteerbaarheid. Dit zorgt voor minder ontlasting die stevig is.
• Vaste samenstelling van het voer vermindert de kans op diarree en huidklachten (goedkope voeding varieert nogal eens in samenstelling)
• Smakelijk
• Voldoet aan de uitzonderlijke energiebehoefte van de snelgroeiende pups
• Bevat de juiste voedingsstoffenbalans, zodat nieuw lichaamsweefsel, voor een gezonde groei, kan worden aangemaakt.

Slechte voeding leidt tot:

• Slechte, ongezonde vacht; veel verharen.
• Afwijkingen aan de ontlasting (dun/papperig), en/of heel veel ontlasting.
• Je hond zit niet lekker in zijn vel.

4. Hoe vaak moet ik mijn pup voeren?

Het volgende voederschema kan worden aangehouden:

• 8-12 weken leeftijd: 4 maaltijden per dag
• 12-24 weken leeftijd: 3 maaltijden per dag
• > 24 weken 2 maaltijden per dag

5. Hoeveel voeding geef ik mijn pup?

De hoeveelheid voer die je je pup dient te geven is afhankelijk van de grootte van je hond en de samenstelling van het voer. Je kunt de aangegeven hoeveelheid op de verpakking van het voer aanhouden. Houd echter goed in de gaten dat wanneer je van voer wisselt, dat je de juiste hoeveelheid van het nieuwe voer aanhoudt. Kwaliteitsvoer is vaak beter verteerbaar en er is vaak een lagere hoeveelheid voer nodig.

6. Wanneer ik stap ik over naar volwassen voer?

Het omschakelen van puppyvoer naar volwassen voer is voor ieder ras anders. Over het algemeen kun je 12 maanden puppyvoer aanhouden en vervolgens overstappen op volwassen voer. Vaak wordt bij grotere rassen al bij 6 maanden overgestapt op volwassen voer.

7. Onze ALDs eten brokken maar stinken daardoor enorm uit hun mond/bek. Het is zo erg dat we op ander voer willen overstappen want het is echt een vieze geur. Alle 3 de honden hebben het en het gebit is prima in orde. Mondwater helpt totaal niet.

Vanaf afstand zou ik ook denken dat het aan het gebit ligt. Stap 1 zou zijn: probeer ander voer. Gaat het daar niet mee over, dan zou ik je adviseren de dierenarts te bezoeken.

8. Een hond springt al vanaf het begin op als er mensen binnenkomen, zo blij is ze dan. We hebben ECHT alles al geprobeerd maar ze blijft altijd maar springen. Ook als wij terug in de kamer komen. Wat we ook doen, het helpt allemaal niet.

Heb je dit artikel al gelezen: 3 voorbeelden over het corrigeren van de australian labradoodle. Voorbeeld 2 zou wel eens van toepassing kunnen zijn op jouw/jullie situatie?

Het klinkt misschien wat confronterend, maar het ligt niet aan de hond ;-). Het ligt aan jou/jullie, jij bent zijn opvoeder. De houding en kracht waarmee jij commando’s geeft, moet getuigen van zelfvertrouwen en volharding. De hond gaat zeker luisteren wanneer jij krachtige, duidelijke en consequente commando’s geeft.

Heb je moeite hiermee en wil je werken aan je zelfvertrouwen? Dan adviseer ik mensen om de online cursus Zelfvertouwen te volgen >> – door op de link te klikken ga je naar de informatiepagina.

9. We weten niet of we een reu of teef moeten kiezen. Wat is jouw advies?

De keuze is lastig en heel persoonlijk. Misschien is dit niet het antwoord dat je zou willen horen, maar beiden hebben voor- en nadelen.

Reu of teef

De keus voor een reu of teef is heel persoonlijk. Een (Australian) Labradoodle reu is groter, en  vergeleken met het teefje vertoont hij andere karaktertrekken. Een reu plast meer, vooral tegen andere voorwerpen waar hij zijn geur wil achterlaten en waarmee hij zijn territorium wil afbakent. Het leuke aan een reu is dat hij vaak aanhankelijker is dan een teef, maar dat verschilt enorm per hond.

Een reu heeft vaak meer leiding nodig, omdat hij dominant gedrag vertoont. Dat wil zeggen dat hij probeert de baas over andere honden en mensen te zijn. Een goede manier om te ontdekken wat jij wil en wat bij jou past, is om bij het nest te gaan kijken. Kies een pup die bij je eigen karakter past.

Een teef is over het algemeen minder dominant, maar ook minder aanhankelijk. Het nadeel van teefjes is dat wanneer ze geslachtsrijp zijn, ze loops worden. De loopsheid is gemiddeld 2x per jaar en duurt ongeveer 2 tot 3 weken. Vooral in de tweede helft van de loopsheid zal ze op zoek gaan naar een reu.

Lees ook: https://www.labradoodleinfo.nl/tips-aanschaf-australian-labradoodle/

Staat je vraag er niet tussen? 

Staat je vraag er niet tussen? Neem dan contact met mij op en dan probeer ik je vraag zo goed mogelijk te beantwoorden.

Labradoodle Geheimen (e-book)

Er is een eBook genaamd “Labradoodle Geheimen” die je helpt om je Labradoodle met positieven methodes op te voeden tot een lieve, gezonde en gehoorzame hond. Het eBook bevat alles wat je moet weten over de training, opvoeding en verzorging van de Labradoodle. In 20 hoofdstukken vertelt Piet de Jong zijn tips en tricks voor de training en opvoeding van de Labradoodle.

Meer informatie via de link hieronder: Ga naar Labradoodlegeheimen.nl >