
Je labradoodle voelt jouw spanning aan de lijn feilloos aan. Ontdek hoe jouw energie zijn gedrag beïnvloedt en hoe je samen ontspannen kunt wandelen.
Je loopt een blokje om met je labradoodle. De zon schijnt, je gedachten dwalen af naar werk, en ineens zie je in de verte een andere hond. Nog voordat je iets zegt, spant je hand de lijn iets aan. Je hond voelt het meteen. De oren gaan omhoog, de adem stokt. Daar is het al – spanning, van jou naar hem.
Veel baasjes onderschatten hoe sterk honden onze energie voelen. Jij hoeft niets te zeggen; jouw ademhaling, tempo en lichaamshouding vertellen alles. En juist aan de lijn is dat effect het grootst.
Wat er gebeurt tussen jou en je hond
Een lijn is letterlijk een verbinding. Elke trilling, elke beweging gaat van jouw hand naar zijn halsband of tuig. Als jij gespannen bent, geef je dat onbewust door. Een hond die onzeker is, zoekt richting bij jou. En als hij daar spanning voelt, denkt hij: “Er klopt iets niet.”
Het werkt ook andersom. Wanneer jij rustig bent, volgt je hond vanzelf. Niet omdat jij hem dwingt, maar omdat je vertrouwen uitstraalt. Honden spiegelen onze gemoedstoestand sneller dan we denken.
Herkenbare voorbeelden
- Je bent gestrest en houdt de lijn iets te strak. Je hond trekt juist harder.
- Je bent relaxed, praat zacht en laat de lijn losjes hangen. Je hond loopt keurig naast je.
- Je schrikt van een blaffende hond achter een hek. Je labradoodle schrikt mee – niet van die hond, maar van jouw schrik.
Wat je kunt doen om rustiger te wandelen
Het begint niet bij je hond, maar bij jezelf. Rust is besmettelijk, net als spanning. Dat vraagt geen perfectie, alleen aandacht. Hoe kalmer jij bent, hoe veiliger het voor je hond voelt. En dat merk je direct aan zijn gedrag.
Praktische tips
- Adem uit. Letterlijk. Als je spanning voelt, haal één keer diep adem en laat je schouders zakken.
- Gebruik een korte pauze. Blijf even stilstaan, laat je hond snuffelen en ontspan je hand.
- Laat los. Niet alleen de lijn, ook de controle. Vertrouw erop dat jouw hond het ook wel kan.
- Kijk niet te ver vooruit. Zie je een hond aankomen, richt je dan eerst op je eigen ademhaling in plaats van op wat er “kan” gebeuren.
- Sluit de wandeling rustig af. Geen haast terug naar huis. Laat het tempo zakken, zodat jullie allebei ontspannen eindigen.
Tot slot
Je hond hoeft niet perfect te luisteren. Hij heeft vooral behoefte aan jouw rust, niet aan jouw controle. Iedere wandeling is een oefening in kalmte – voor jullie allebei.
Hoe rustiger jij loopt, hoe meer je labradoodle je volgt – niet omdat hij moet, maar omdat het veilig voelt.











