
Je hebt het woord vast al honderd keer gehoord. Leiderschap. Alsof het iets is dat je even uit de kast trekt en over je schouders hangt. In gesprekken met andere hondeneigenaren hoor ik het op de meest verschillende manieren langskomen. De een bedoelt strenger zijn. De ander ziet het als rust brengen. Soms klinkt het als een soort magische knop die alles oplost. Als je maar leider bent.
Alleen voelt dat woord in het dagelijks leven heel anders. Helemaal als je een hond hebt die vrolijk uit het raam hangt, bij elke geur een ander plan maakt en bij het zien van een andere hond zijn volledige ziel op standje vuurwerk zet. Dan wordt leiderschap ineens iets heel tastbaars. Iets dat je ziet in de lijn die rustig blijft. In de blik die even bij je terugkomt. In je eigen adem die niet omhoog schiet.
En precies dat wil ik in dit artikel behandelen. Wat leiderschap nu echt is in de relatie met je hond.
Hoe beweeg jij eigenlijk?
Als ik het over leiderschap heb, denken mensen soms dat ik een soort strenge generaal ben. Maar het tegendeel is waar. Ik kijk vooral naar hoe een hond me leest. Want dat doen ze. In elke beweging. In hoe jij de voordeur uit stapt. In de spanning die in je schouders zit als je die ene hond al van ver ziet aankomen.
En hoe langer ik met honden werk, hoe meer ik zie hoe scherp ze zijn. Ze hoeven geen woord van je te kennen om precies te voelen waar jij zit. Je kunt nog zo vriendelijk praten, maar als je lijf iets anders zegt, hoort je hond vooral dat lijf. Soms zie ik mensen in het bos die vol goede bedoelingen honderd keer “kom maar” roepen, terwijl hun schouders strak staan, alsof ze klaar zijn voor de file op een maandagochtend. De hond hoort die spanning. Niet de woorden.
Honden spiegelen geen theorie. Ze reageren op energie. Niet zweverig, gewoon letterlijk op wat jij laat zien. Loop je gejaagd de kamer door, dan loopt je hond mee in dat tempo. Sta je stil bij de deur en adem je even uit, dan zakt je hond meestal met je mee. Ik zie het zelfs gebeuren tijdens het omdoen van een riem. Als iemand haast heeft, wordt de hond wiebeliger. Als iemand even stopt, voelt de hond de ruimte. Dat is geen dominantie. Dat is duidelijkheid.
Eerst binnen. Daarna buiten.
Veel mensen vragen me hoe ze hun hond beter naar zich kunnen laten luisteren. En dan bedoelen ze meestal buiten, wanneer alle prikkels op standje festival staan. Alleen begint luisteren veel eerder. Binnen, wanneer je hond nog helder is en niet wordt meegezogen door de wereld.
Als je hond binnen al niet echt bij je incheckt, wordt dat buiten niet ineens beter. Daarom kijk ik altijd naar de kleine momenten. Komt hij als je hem roept in de woonkamer? Kan hij even wachten als je zijn eten neerzet? Kan hij een seconde naar je kijken als jij iets vraagt dat niet heel spannend is?
Het zijn die minidingetjes die bepalen of jouw stem straks ook waarde heeft wanneer er drie duiven, een kind op een step en een enthousiaste hond op je af komen.
Lopen jullie of trekt iemand?
Goed aan de lijn wandelen. Het is misschien de meest gestelde vraag die ik krijg. “Hoe voorkom ik trekken zonder steeds te corrigeren?”
Ik zie de lijn als een gesprek. Niet als een touw dat iemand wint. Als je hond trekt, is dat meestal geen opstandigheid. Het is gewoon te veel energie naar voren. Te veel plannen, waardoor hij vergeet dat jij er ook nog bent. Bij sommige honden zie je het al in hun eerste stappen buiten. Alsof ze denken dat de buurt op hen staat te wachten.
Ik maak de lijn dan kort genoeg om contact te houden, maar lang genoeg om adem te geven. En ik let op mezelf. Trek ik terug? Dan trek ik eigenlijk een gesprek dicht. Loop ik een fractie rustiger, dan zakt hij vaak mee. Niet altijd. Maar vaak wel.

Soms stoppen we gewoon even. Niet boos. Meer alsof we samen even opnieuw beginnen. Dat werkt bij veel labradoodles verrassend snel, omdat ze gevoelig zijn voor ritme. Even pauze. Een kleine verschuiving van tempo. En ineens heb je weer contact. Soms duurt het tien seconden. Soms een minuut. Maar die momenten vormen de basis. Niet de perfect gelopen route, maar die kleine gedeelde ademteugen onderweg.
Luistert hij overal? Of soms gewoon niet?
De vraag komt vaak: hoe zorg ik dat mijn hond overal naar me luistert? In theorie kan dat. In de praktijk hangt het af van twee dingen: hoe stabiel jij bent op dat moment, en hoe hoog zijn interne volumeknop staat.
Een labradoodle die net het bos in mag na een dag binnen zitten, zit soms op standje 130. Dan kun je de grootste leider ter wereld zijn, maar zijn lijf zit vol dynamiet. Dan is luisteren geen onwil; dan is zijn lijf gewoon sneller dan zijn hoofd.
Leiderschap betekent dat je dat ziet. Dat je accepteert dat je hond geen robot is. Dat je voorkomt dat hij in situaties komt die hij nog niet aankan. En dat je trots bent op kleine stukjes luisteren, niet alleen op de perfecte uitvoering.
Die andere hond. Wat doet dat met jullie?
Dit is er eentje die veel baasjes herkennen. Een hond die, zodra hij een soortgenoot ziet, verandert in een lopende emotie. Kwispels, spanning, piepen, trekken. Soms uit enthousiasme. Soms uit onzekerheid. Soms een combi.
Leiderschap betekent hier niet dat je je hond dwingt om door te lopen. Het betekent dat jij de emotie opvangt nog voor deze explodeert. Dat je zijn tempo iets terugneemt. Dat je hem eerder bij je laat kijken. Dat je er niet met grote stappen doorheen loopt, maar de intensiteit verlaagt.
Ik heb het zelf vaak meegemaakt dat mijn hond al drie straten verder leefde in zijn hoofd. Dan helpt het om even opzij te stappen. Een rustige bocht. Een zucht. Een kort contactmoment. Niet om hem te controleren, maar om hem weer landingsruimte te geven.
Gedrag zegt iets. Geen oordeel.
Veel gedragsproblemen ontstaan niet door een slechte hond of een slecht baasje. Ze ontstaan door misverstanden. Jij denkt dat je duidelijk bent, maar je hond leest iets anders. Hij denkt dat jij hem laat beslissen, terwijl jij dacht dat je leiding gaf.

Neem een hond die tegen andere honden uitvalt. Dat begint vaak bij spanning die niemand op tijd zag. Of een hond die totaal niet meer lukt om te concentreren buiten. Dat is meestal geen koppigheid, maar simpelweg een volle emmer.
Leiderschap betekent dat je die signalen leert zien. Kleine dingen: snelle adem, oren die net iets te hoog staan, de blik die niet meer bij jou blijft. Dat moment waarop je hond eigenlijk al aangeeft dat hij het moeilijk heeft. Als je dat op tijd ziet, kun je het gedrag voor zijn.
Duidelijk. Niet dominant.
Veel mensen zijn bang om duidelijk te zijn, omdat het voelt alsof je dan streng moet zijn. Maar duidelijkheid heeft niks te maken met hard optreden. Het gaat om voorspelbaarheid. Om rustig aan te geven wat wel en niet kan.
Hoe vaker ik dit zie, hoe meer ik merk dat honden juist ontspannen wanneer jij helder bent. Niet streng. Helder. Alsof zij denken: fijn, ik hoef even niet te puzzelen.
Een voorbeeld: thuis staat mijn hond soms te springen als ik zijn riem pak. Vroeger haastte ik me dan. Ik deed snel de deur open. En elke keer werd het drukker. Alsof mijn haast olie op zijn vuur was. Nu wacht ik. Even. Niet eindeloos. Gewoon tot de druk van zijn lijf zakt. En dan pas gaan we.
Afronding
Leiderschap gaat niet over macht, strengheid of stoere woorden. Het gaat over hoe jij beweegt, ademt en keuzes maakt. Het gaat over kleine signalen die jij ziet en waar je iets mee doet. Over samen vertragen als het nodig is. Over duidelijk zijn zonder hard te worden. En vooral: over de band die ontstaat wanneer je hond voelt dat jij hem begrijpt.
Dat is leiderschap. Niet opgelegd. Maar geleefd.











