lbrd-veiligheid-artikel
Gedrag
Lars Van Dongen
Gedrag
12/19/2025
4 min
0

Wat betekent ‘veiligheid’ voor een hond?

12/19/2025
4 min
0

Ik merk dat het woord veiligheid vaak snel wordt ingevuld. Rustig huis. Geen harde geluiden. Veel aandacht. Alles mag, niets moet. Dat voelt logisch. Zeker als je een betrokken eigenaar bent en je hond soms gespannen of onzeker ziet. Toch klopt dat beeld maar deels. En soms zelfs helemaal niet. 

In dit artikel wil ik je uitleggen hoe jouw hond kijkt naar veiligheid en hoe jij hem als baasje daarbij kan helpen.

Veiligheid als emotionele toestand

Een hond voelt zich niet veilig, omdat de omgeving stil is. Of omdat hij op schoot mag. Of omdat hij overal mee naartoe mag. Dat kan prettig zijn, ja. Maar veiligheid zit ergens anders. Veiligheid is een interne toestand. Een gevoel van: ik weet waar ik aan toe ben. Ik hoef het niet zelf te dragen. Ik hoef het niet op te lossen.

Ik zie regelmatig honden die thuis ogenschijnlijk ontspannen zijn. Ze liggen veel. Ze slapen. Ze lijken rustig. Tot ze buiten komen. Of bezoek krijgen. Of iets onverwachts gebeurt. Dan zie je ineens spanning die er blijkbaar al was. Dat is geen falen van de hond. En ook geen falen van de eigenaar. Het zegt vooral iets over waar veiligheid werkelijk ontstaat.

Honden zoeken veiligheid bij mensen

Honden zijn sociale dieren. Ze zijn gebouwd om te leunen op een ander. Niet op omstandigheden, maar op relaties. Een prikkelarme omgeving kan helpen om spanning niet verder op te stapelen. Maar hij vervangt geen relatie waarin de hond voelt: mijn mens ziet het, draagt het, regelt het.

Daarom zie je ook honden die overal mee naartoe mogen en toch onrustig zijn. Of pups die nooit alleen zijn geweest, omdat dat zo zielig voelde, en later juist moeite hebben met zichzelf dragen. Niet omdat vrijheid slecht is. Maar omdat veiligheid niet ontstaat uit vrijheid alleen.

Hoe onveiligheid eruitziet

Onveiligheid bij honden is vaak niet spectaculair. Geen paniek of reden tot stress. Maar wel belangrijke signalen om in de gaten te houden. Hier zijn een paar signalen die makkelijk worden gemist:

  • De hond die steeds contact zoekt met zijn eigenaar. Niet even, maar voortdurend.
  • De hond die druk wordt bij spanning. Clownesk bijna. Alsof hij het gezellig wil maken.
  • De hond die zich voorbeeldig gedraagt, maar nergens echt loslaat.
  • Of die sociale hond die altijd “aan” staat, maar nooit echt tot rust komt.
  • Dat zijn geen lastige honden. Het zijn honden die proberen het goed te doen binnen hun mogelijkheden.

pup

Aanpassen en ontspannen

Een hond kan zich aanpassen zonder zich veilig te voelen. Aanpassen ziet er netjes uit. Rustig. Braaf. Ontspannen lijkt soms hetzelfde, maar voelt anders. Zachter. Dieper. Ik denk dat veel eigenaren hun hond overschatten op dit punt. Niet uit onwil. Maar omdat aangepast gedrag zo overtuigend kan zijn. En omdat we ontspanning graag willen zien.

Leren ontspannen. Dit is het punt waar het vaak spannend wordt. Omdat het minder gaat over wat je doet, en meer over hoe je er bent. Als baasje help je je hond op de volgende manier met ontspannen:

  • Voorspelbaarheid en duidelijke kaders.
  • Honden varen wel bij voorspelbaarheid. Niet omdat ze saai zijn. Maar omdat voorspelbaarheid ruimte geeft om te ontspannen.
  • Weten wat wel en niet kan.
  • Weten wat er van hen verwacht wordt.
  • Weten dat iemand anders het overzicht houdt.
  • Helder zijn.
  • Jouw emotionele stabiliteit.
  • Niet onzeker zijn. Als jij onzeker bent over wat je hond nodig heeft, dan voelt hij dat. Niet omdat je iets fout doet, maar omdat hij zich dan sneller verantwoordelijk gaat voelen.
  • Veiligheid ontstaat als de hond merkt: mijn mens blijft staan. Ook als ik wiebel.
  • Leer je hond begrenzen. Begrenzen klinkt voor veel mensen hard. Alsof je iets afpakt. Begrenzing is zeggen: ik neem dit van je over. Jij hoeft het niet te dragen.

Wanneer liefde onbedoeld onveiligheid creëert

Dit is een gevoelig onderwerp. Omdat het raakt aan intentie. En laat ik daar duidelijk over zijn: de intentie is bijna altijd liefdevol. Troosten, ruimte geven en alles ‘goed willen doen’. Troosten kan helpend zijn. Ruimte geven ook. Maar als alles steeds wordt aangepast aan de emotie van de hond, dan leert hij iets anders.

Blonde Labradoodle in bed bij kind

Namelijk dat die emotie leidend is. Ik zie honden die voortdurend bevestigd worden in hun spanning. Niet omdat iemand dat wil, maar omdat niemand heeft uitgelegd dat veiligheid iets anders vraagt.

We zijn geneigd om hondengedrag te bekijken door een menselijke bril.

  • “Hij vindt dit spannend.”
  • “Dit is te veel voor haar.”
  • “Dat zou ik ook niet fijn vinden.”

Soms klopt dat. Soms ook niet. Een hond heeft geen behoefte aan begrip zoals wij dat kennen. Hij heeft behoefte aan houvast.

Veiligheid opbouwen is een proces

Ik wou dat ik hier een afrondende oplossing kon geven. Iets wat je morgen anders kunt doen en dan klaar bent. Zo werkt het niet.

Kleine verschuivingen in houding en verwachting is voor nu het belangrijkste.  Het begint vaak klein. Minder uitleg. Minder bevestiging. Iets meer vertrouwen dat je hond dit niet zelf hoeft te dragen. Niet harder worden. Wel rustiger. En geef het de tijd.

Tijd, herhaling en rust zijn essentieel. Veiligheid groeit langzaam. Door herhaling. Door voorspelbaarheid. Door steeds weer dezelfde rustige aanwezigheid. Voor een pup ziet dat er anders uit dan voor een volwassen hond. Voor een herplaatser weer anders dan voor een adolescent.

Maar de kern blijft gelijk. Veiligheid ontstaat niet omdat alles klopt. Maar omdat iemand blijft staan, ook als het even schuurt. En misschien is dat het lastigste inzicht. Niet dat je meer moet doen. Maar dat je soms juist minder hoeft te bewegen.

Reacties
Categorieën