In dit artikel geef ik uitleg over epilepsie bij honden en hoe je hier mee om kunt gaan. Epileptische aanvallen bij honden komen regelmatig voor. Het is geen fijn gezicht om je hond zo kwetsbaar te zien wanneer hij plotseling valt, verkrampt en buiten bewustzijn raakt. Een epileptische aanval van je hond kan een enorme impact hebben het leven van jou en je hond. In dit artikel lees je meer.
Epilepsie is geen dodelijke ziekte en kan behandelt worden. Het heeft ook niks te maken met het karakter van de hond.
Mocht je hond er last van hebben dan kun je in goed overleg met de dierenarts ervoor zorgen dat jouw hond er geen/weinig last van zal hebben en kan genieten van een normaal hondenleven. Om je te helpen en meer informatie te geven over epilepsie bij honden, geef ik je in dit artikel tips en handvatten om hiermee om te gaan.
Wat is epilepsie bij honden?
Epilepsie is een neurologisch probleem bij de hond. Er vindt kortsluiting in de hersenen plaats en signalen komen niet meer normaal door. Bij een epileptische aanval zie je dat je hond het ene moment nog rustig is en vervolgens plotseling zijn bewustzijn verliest. Het lichaam verstijft, je ziet schokkerige bewegingen/krampen, er vloeit speeksel uit zijn bek, je hond kan urine en soms ook ontlasting laten lopen.
Hoe ziet een epileptische aanval eruit?
Een epileptische aanval speelt zich af in verschillende fases en het is enorm belangrijk dat de hond de hele aanval doormaakt.
Fase 1: inleidende fase
In eerste instantie is er sprake van een inleidende fase (aura). De hond voelt dat er iets aan de hand is en gedraagt zich gedurende enkele uren of dagen vreemd. Hij zal onrustig zijn, of juist sloom, of juist heel erg aanhankelijk of juist afstandelijk. Verder zal je hond een wat vreemde en verwarde blik in zijn ogen hebben.
Fase 2: feitelijke aanval
Als de feitelijke aanval (ictus) plaatsvindt, vertoont je hond vaak (enkele van) de volgende symptomen:
- Sprake van verlies van bewustzijn.
- Verstijving van het lichaam, gevolgd door krampen over het hele lichaam.
- Er is vaak sprake van overtollig aanmaak en verlies van extra speeksel, soms in de vorm van schuim.
- Kans op een pilo erectie (soms ook van het omhoog staan van de haren).
- Soms klappert de bek.
- De hond kan gaan janken of piepen.
- Er kan ook verlies van ontlasting en urine plaatsvinden.
Fase 3: post-ictale (laatste) fase
In de laatste fase (post-ictale fase) stoppen de krampen en komt je hond weer langzaam bij. De meeste honden zijn na een aanval behoorlijk de kluts kwijt. Bewegingen zijn ongecoördineerd en vaak zijn honden hongerig en dorstig. Deze fase kan enkele seconden tot wel dagen duren. Geef je hond daarom de ruimte, tijd en rust om te herstellen.
De soorten epileptische aanvallen
Gegeneraliseerde toeval (Grand mal)
De gegeneraliseerde toeval is het meest bekend. Deze aanval wordt ook wel “Grand mal” genoemd. Bij de Grand mal vinden alle fases van de epileptische toeval plaats.
Focale (partiële) toeval
Er kan ook sprake zijn van een een gedeeltelijke (partiële) epileptische aanval. Dit wordt officieel een ‘focale toeval’ genoemd. Als dit gebeurd zijn de symptomen over het algemeen wat anders:
- Er is geen verlies van bewustzijn.
- Geen sprake van een inleidende fase.
- Krampen of trillingen komen alleen voor in een deel van het lichaam (bijvoorbeeld in een oog, een poot, of alleen de lip)
Een focale toeval kan overgaan in een gegeneraliseerde aanval.
A-typische focale toeval
De atypische aanval is lastig te herkennen. De hond vertoont herhaaldelijk, atypisch gedrag, zoals het najagen van zijn staart of het happen naar onzichtbare vliegen. Dit soort aanvallen wordt vaak ook verward met gedragsproblematiek.
Status epilepticus
Een ‘normale’ aanval duurt ongeveer 1 à 2 minuten. Het kan zijn, dat de hond niet zelf uit de aanval kan komen. Dit heet een status epilepticus. Dit is altijd een spoedgeval. Een hond kan al na 20 minuten blijvende hersenschade oplopen.
Cluster
Ook kan er sprake zijn van een serie van aanvallen achter elkaar, dit is een cluster. Ook dit is een spoedgeval en kan een status epilepticus veroorzaken.
Er is een grote variatie in ernst van de aanvallen en in een aantal gevallen zijn de verschijnselen zo miniem dat het zelfs lastig is om deze als epileptische aanval te herkennen.
Wat moet je wel/niet doen tijdens of na een aanval?
Ik ben hier natuurlijk geen specialist in, daar hebben we dierenartsen voor. Maar omdat ik het regelmatig als vraag kreeg besloot ik om daar eens met een specialist over te praten. Dus om die reden heb ik hier een keer met een dierenarts over gesproken en hij gaf mij deze tips:
- Laat je hond zoveel mogelijk met rust tijdens de verschillende fases van de aanval. Je hond ziet, ruikt en hoort minder goed tijdens een epileptische aanval. Hij is gedesoriënteerd en zal vaak voor een korte periode buiten bewustzijn zijn.
- Houd kinderen uit de buurt, laat ze absoluut niet bij de hond in de buurt komen.
- Blijf uit de buurt van de bek en voorkom dat je per ongeluk wordt gebeten. Je hoeft niet bang te zijn dat je hond zijn tong inslikt of er op bijt. Dit gebeurt niet (de tong hangt uit zijn bek).
- Haal tijdens de aanval grote en/of andere gevaarlijke dingen (zoals stoelen en vazen) weg uit de omgeving van je hond, zodat hij zich niet kan bezeren.
- Mocht het mogelijk zijn, maak dan een filmpje van de aanval en houd ook bij hoe lang de aanval duurt.
- Blijf bij je hond en houd hem in de gaten. Ik begrijp dat het soms naar is om je hond zo te zien. Maar loop niet weg wanneer je hond veilig ligt. Een gegeneraliseerde toeval kan soms tot zuurstoftekort, oververhitting of een te hoge bloeddruk leiden.
- Geef je hond na de toeval wat kleine porties voer (om verslikken te voorkomen). Nadat je hond is bijgekomen van de eerste verwarring, heeft vaak honger en dorst.
- Pak jullie dagelijkse routines qua eetmomenten en wandelschema weer gewoon op.
Na een aanval kan je hond enkele uren, tot zelfs dagen, een verandering in gedrag vertonen. Hij kan schrikachtig zijn of overgevoelig. Accepteer dit en bouw het vertrouwen weer normaal op.
Sommige mensen kunnen soms niet meer de met de aanvallen omgaan. Dan kan het advies zijn dat je voor een herplaatsing van de hond moet kiezen. Dit is voor de gezondheid van de hond en voor jouw geluk het beste. Hoe moeilijk deze keuze ook kan zijn.
Wat veroorzaakt een epileptische aanval van jouw hond?
Epilepsie aanvallen bij honden worden opgedeeld in drie hoofdgroepen:
Groep 1: Primaire epilepsie
Primaire epilepsie is de meest voorkomende vorm van epilepsie bij honden. Deze vorm treedt voor het eerst op bij honden tussen een ½ – 5 jaar oud. Bij primaire epilepsie zijn de toevallen altijd gegeneraliseerd (bewustzijnsverlies en hele lichaam vertoont stijfheid en krampen). Tussen de aanvallen door heeft de hond nergens last van. Er zijn geen afwijken na lichamelijk onderzoek, bloedonderzoek, CT- of MRI-scan en onderzoek van hersen/ruggenmergvocht door de dierenarts.
Groep 2: Secundaire epilepsie (de oorzaak ligt in de hersenen)
Men spreekt van secundaire epilepsie wanneer er afwijkingen in de hersenen aanwezig zijn. Het kunnen aangeboren afwijkingen zijn zoals bijvoorbeeld een waterhoofd, maar er kan ook sprake zijn van niet aangeboren afwijkingen zoals een tumor, een ontsteking, een bloeding, of vergiftiging of een trauma (een eerder in het leven opgetreden trauma zoals een aanrijding kan in een later stadium resulteren in littekenvorming in de hersenen).
Groep 3: Reactieve epilepsie (oorzaak ligt buiten de hersenen)
Reactieve epilepsie treedt op wanneer afwijkingen in het bloed de aanval veroorzaken. Denk hierbij aan bijvoorbeeld lever- en nieraandoeningen, een te laag suiker- of calciumgehalte, een verstoorde zoutbalans, vergiftiging (slakkengif, lood) of een hitteberoerte.
Behandeling van epileptische aanvallen van je hond?
In alle gevallen is het verstandig om naar de dierenarts te gaan. Deze zal uitgebreid onderzoek doen. Bloedonderzoek is noodzakelijk om te zien of er sprake is van reactieve epilepsie. Een CT- of MRI-scan van de hersenen is nodig om te kijken of er sprake is van secundaire epilepsie en er kan evt. aanvullend onderzoek van het hersen/ruggenmergvocht worden uitgevoerd.
Medicatie
Bij a-typische focale toevallen reageren honden vaak slecht op anti-epilepsie middelen. Geneesmiddelen die gebruikt worden bij psychische problemen werken vaak beter..
Bij primaire epilepsie en overige vormen van epilepsie kan er levenslang met anti-epilepsie pillen worden behandeld. Je zult moeten afwegen je direct na de 1ste aanval met medicatie wilt starten. Is sprake is van primaire epilepsie met slechts één korte aanval per 6 maanden, en jouw hond heeft nog nooit een langdurige aanval gehad en herstelt snel van die ene aanval, dan is het gebruik van medicatie misschien helemaal niet nodig. Die ene (enkele) aanvallen wegen misschien niet op tegen de bijwerkingen van de medicatie.
Bij een hond met frequent optredend of soms zelfs gevaarlijk lang durende (primaire) aanvallen is het wel verstandig om te starten met medicatie.
Controle van de hond bij de dierenarts is van groot belang. De medicatie zorgt niet voor genezing, maar het aantal en de ernst van de aanvallen kan afnemen. De medicatie is vaak levenslang en de dierenarts zal de hond dan ook regelmatig willen controleren en kijken of er een aanpassing in de dosering nodig is, of dat de dosering effect heeft, of dat er een ander middel moet worden toegevoegd, of dat een ander middel meer effect zou kunnen hebben.
Het veel gebruikte en effectieve middel fenobarbital heeft als bijwerkingen sloomheid en dronkenmansgang. Deze symptomen houden maximaal een week aan en een zorgen meestal voor een blijvende toename van de eetlust, het drinken en het plassen.
Speelt de leeftijd van je hond een rol?
Veel voorkomende oorzaken bij zeer jonge honden (pups) zijn problemen met de kop van de hond, zoals bijvoorbeeld vergiftiging, aangeboren afwijkingen (bijvoorbeeld een waterhoofd bij de Chihuahua), infecties (hondenziekte, FIP, leukemie, Toxoplasma of Neospora). Bij honden tussen de 1-5 jaar oud is er vaak sprake van primaire (erfelijke) epilepsie.
Epilepsie bij oudere honden is de oorzaak van een toeval meestal een tumor (meningioma). Oudere honden hebben zelden primaire epilepsie en meestal reactieve of secundaire epilepsie.
Hebben Labradoodles een grote kans op epileptische aanvallen?
Nee, niet veel anders dan bij een andere hond. In principe kan zich bij iedere hond een vorm van epilepsie ontwikkelen. Er is alleen we geconstateerd dat er bij een aantal rassen duidelijk meer gevallen van epilepsie plaatsvindt, bijvoorbeeld bij de Labrador. De Labradoodle valt gelukkig niet in deze categorie honden met een verhoogde kans op epilepsie.
Alleen de realiteit is wel dat de genen van een Labradoodle afkomstig zijn van een Labrador. Er is ook duidelijk tussen fokkers afgesproken dat honden met epilepsie dienen te worden uitgesloten van de fokkerij. Dus als het goed is wordt dit goed gewaarborgd en zul je bij goede Labradoodle bloedlijnen niet zomaar erfelijke epileptische aanvallen aantreffen.